Bij verven is de juiste viscositeit altijd een belangrijke factor voor een functioneel en esthetisch bevredigend resultaat. Maar hoe zit het met houtglazuren? Ook hier kunt u indien nodig verdunnen, maar dit wordt alleen aanbevolen voor dikke-filmglazuren.
Wanneer houtglazuur verdunnen?
Of je een houtglazuur moet of kunt verdunnen, hangt af van de volgende factoren:
- Is het een dunne film of dikke-film glazuur?
- Moet het geborsteld of gespoten worden?
Dunne film of dikke-film glazuur?
Houtglazuren kunnen verschillende consistenties hebben en zijn daarom soms meer en soms minder geschikt voor verdunning. In het geval van houtglazuren wordt onderscheid gemaakt tussen dunne film en dikke filmglazuren. De namen zeggen het al, wat betekent dat dunne-filmglazuren een dunne laag brengen en dikke-filmglazuren een diklaags resultaat.
Dunnelaagglazuren worden voornamelijk gemaakt voor houten objecten die nog steeds een aanzienlijk restvocht dragen, zoals die met verwerkt spinthout. Ze zijn meestal transparant of slechts licht gekleurd en laten de houtnerf doorschijnen. Door hun diepe penetratie en hun waterdampdoorlaatbaarheid beschermen dunnefilmglazuren dergelijke objecten tegen doordringend vocht, maar laten ze het hout nog steeds ademen. Een dunnefilmglazuur is sowieso al erg vloeibaar en hoeft dus niet verdund te worden. Om op grotere oppervlakken te besparen, is verdunning ook oké, omdat dunnefilmglazuren sowieso regelmatig moeten worden vernieuwd.
Dikkelaagglazuren hebben een veel hardere, vernisachtige consistentie en vormen een stevigere, afdichtende film. Ze zijn meestal gepigmenteerd en hebben meer een decoratief karakter. Maar ze bieden ook een betere bescherming tegen UV-straling en krassen. Dikke-filmglazuren kunnen tot 10% worden verdund. Dit kan ook de inspanning van het schuren verminderen, wat nodig is voor de vernieuwing van dikke-filmglazuren in tegenstelling tot dunne-filmglazuren.
Poetsen of spuiten?
Het besproeien van het glazuur in plaats van borstelen wordt vooral aanbevolen voor grotere oppervlakken en zeer schuine houten objecten zoals jagershekken. Door te spuiten kan het werk dan sneller worden uitgevoerd en wordt het resultaat gelijkmatiger, neigt het naar completer en neusvrij. Bij het spuiten moet u het glazuur indien nodig verdunnen, maar hier hangt het af van het glazuur. Fabrikanten geven niet altijd in de gegevensbladen aan of en met wat kan worden verdund. Als het product verdunbaar is, maar meestal wel. Voor het spuiten moet het glazuur worden verdund tot 5-10%.
Wat te verdunnen?
Net als bij verven wordt een houtglazuur altijd verdund met het verdunningsmiddel waarop het is gebaseerd. Dus met water of een oplosmiddel. Als in de datasheets een concrete indicatie van de verdunning ontbreekt, vindt u in ieder geval altijd de ingrediënten en kunt u het juiste verdunningsmiddel lezen.